29 januari 2017 

Stress op werk is beroepsziekte nummer 1!

Stress op werk is beroepsziekte nummer 1, vooral onder jonge werknemers van 30 tot en met 34 jaar. Zij hebben te maken hebben met hoge burn-outklachten en verzuim door psychosociale arbeidsbelasting

Met name emotioneel zwaar werk, hoge taakeisen en ongewenste omgangsvormen zoals pesten liggen hieraan ten grondslag.

Ken als werkgever je brein

Als werkgevers en werknemers hun eigen brein wat beter zouden kennen, dan zouden we allemaal met een gerust hart af en toe eens een middagje uit het raam kijken. Dat is namelijk een buitengewoon zinvolle investering.

Uit onderzoek van TNO blijkt dat het stressniveau in Nederland eerder toe- dan afneemt en dat jongeren al jaren een risicogroep vormen. We hebben het dan vooral over de groep tussen de 25 en 35 jaar. Jongeren die met een fris en gezond brein aan de start van hun carrière staan en uitvallen door een burn-out. Vooral omdat zij hun brein niet kennen en hun leidinggevenden daar ook geen inzicht in hebben. Dat is zorgelijk, want we weten dat langdurige stress grote gevolgen kan hebben. Zeker voor het brein van jongeren, dat tot het dertigste levensjaar nog volop in ontwikkeling is. In die periode is het zaak om cognitieve reserves op te bouwen. Ná je dertigste is het juist nodig om deze reserves te onderhouden. Het is belangrijk om het brein te trainen in plaats van uit te putten.

Een beetje stress is niet erg

Het helpt je alert te reageren, in actie te komen en situaties op te lossen. Prima. Maar langdurige stress is fnuikend. Het is uitputtend voor het brein.

Als we iets meer inzoomen op de voorkant van de hersenen dan treffen we de frontale kwab aan. Deze is in normale omstandigheden een rem op een gebied dat we de amygdala (amandelkern) noemen. Dat is actief als het gaat om positieve én negatieve emoties, zoals angst. Als je stress hebt, kan deze verbinding er dus voor zorgen dat je met iets meer rust naar de situatie kunt kijken. De emoties worden geremd. Je rent niet in paniek weg, maar je lost de situatie op (tenzij wegrennen natuurlijk de beste oplossing is).

Als de stress te lang aanhoudt, dan gaat de frontale lob echter onderuit. Ook al is de stresssituatie inmiddels voorbij, de emoties worden niet meer geremd. Dit is een van de redenen dat na intensieve stress er vaak angst en paniek aanvallen ontstaan. Ook andere hersengebieden zoals de hippocampus functioneren minder goed bij langdurige stress. De hippocampus speelt een belangrijke rol bij het geheugen en is kwetsbaar voor ouder worden. Alleen om die reden al, is het zaak om langdurige stress te voorkomen.

Maar hoe dan?

Allereerst is bewegen natuurlijk heel belangrijk! Dat is niet alleen goed voor je lichaam, het stimuleert en traint ook belangrijke hersengebieden. Bovendien verminder je door te bewegen de stressreactie zelf. Stresshormonen worden effectiever geremd en je kunt beter omgaan met de situatie.

Het probleem is dat ondertussen de tijd achter het beeldscherm is gestegen en het bewegen is verminderd. Juist ook onder jongeren. Dat is desastreus voor de hersenen. Tot je dertigste moet je de hersenen de kans geven zich te ontwikkelen. Ze uitdagen, stimuleren. Zo bouw je cognitieve reserves op. Een hoge cognitieve reserve betekent dat het brein meer complex is, meer contactpunten heeft, waardoor het bijvoorbeeld meer problemen kan oplossen. Een hogere cognitieve reserve kan je beschermen tegen de invloed van ouderdomsziekten. Overigens, als je de dertig bent gepasseerd is beweging net zo belangrijk, maar dan voor het onderhoud van je brein.

Het fitte brein

Om vervolgens optimaal gebruik te maken van dat fitte brein, moet je een balans vinden tussen de mate van opwinding die nodig is om te presteren en de rust die hoort bij activiteiten die cognitief niet zo belastend zijn. Boodschappen doen. Douchen. Naar het station fietsen. Op het moment dat je de hersenen even niet pijnigt wordt een bijzonder systeem in je brein actief: het Default mode network. Een soort basisnetwerk in je brein. Het is niet zo dat je hersenen dan helemaal niets doen, dat is onmogelijk. Nee, juist als je even afstand neemt, dan kom je vaak tot de beste ideeën. Dan los je de problemen op.

Maar hoeveel mensen zouden dat doen op het werk?

Het bureau leegvegen, benen op tafel en een ochtend achterover leunen. Je baas ziet je zitten! En we gunnen onszelf die rust ook niet, want bij elk nieuw mailtje, elk nieuw bericht wordt ons beloningssysteem geactiveerd. Het is fijn om er toe te doen, om een berichtje te ontvangen. Met als resultaat dat we alles maar oppervlakkig doen. We willen alle impulsen verwerken, maar alles op tachtig procent.

Dat is ontzettend vermoeiend voor het brein, want dat is niet gemaakt om te multitasken. En het is stressverhogend, want er blijven steeds dingen open staan. Wat is er fijner dan iets afronden? Het gaat erom een evenwicht te vinden, niet alleen rennen, maar soms ook rust nemen. Even je cognitieve bureau leegvegen.

Jongeren gunnen zichzelf die rust al helemaal niet

Dat blijkt ook uit studies. Zo is er onderzoek gedaan onder studenten die tijdens college hun laptop gebruiken. Elke vier minuten openen zij een nieuw venster. Dat zijn vijftien vensters tijdens een uur college. Overal worden prikkels gezocht. Wie is er nog een getraind om een uur met één taak bezig te zijn. Om een uur te luisteren.

Tot het dertigste levensjaar is het brein nog volop in ontwikkeling. Met name dus die systemen voorin het brein, waarmee je plant, schakelt, zelfbeheersing toepast, je emoties remt als het nodig is, reflecteert, structuur aanbrengt, overzicht bewaart, taken inschat; wijsheid komt met de jaren!

Tegelijkertijd maakt het feit dat je je eigen creativiteit niet remt je juist ook zo geniaal tot je dertigste. Je doet gewoon, in plaats van allerlei mitsen en maren op te gooien. Zie daar het tweede evenwicht dat gevonden moet worden. Een beetje structuur, zonder te veel de rem erop te gooien. Plannen, zonder bureaucratisch te worden. Als je het brein kent, voorkom je dat je het uitput. Daarom laat een slimme leidinggevende je af en toe eens een uurtje uit het raam staren.

Is emotionele intelligentie de sleutel?

Het werken aan emotionele intelligentie vaardigheden is één van de beste manieren om met stress om te gaan. Emoties hebben invloed op ons bewust denkende brein. Door aan emotionele intelligentie te werken, neem je weer de leiding over jezelf (Persoonlijk leiderschap).

Het trainen van je emotionele vaardigheden gaat over brein-, lijf- en hartkennis. Het gaat over het beheren van je emoties op een gezonde manier. Het stelt je in staat om impulsief gedrag en emoties te beheren en te reguleren.

Een  Healthcare studie: Emotionele intelligentie verminder stress en voorspelt 66% van de belangrijkste succesfactoren.

Leiders die niet bijdragen aan meer bewustzijn en emotionele intelligentie,  zijn niet langer op hun plek en dragen bij aan een emotioneel onveilig klimaat.

Het is daarmee ook meteen duidelijk leiders aan hun eigen  bewustzijn en emotionele intelligentie dienen te werken, want je kunt mensen niet leiden naar waar je zelf niet bent geweest.

Meer info: Persoonlijk leiderschap 2020.

 

Bron, klik hier.

Bewaren

Bewaren

Over de schrijver
Sheila Neijman is psycholoog & gelukscoach. Zij helpt mens en organisatie groeien naar een hoger geluksbewustzijn.
Reactie plaatsen