Zijn we gelukkig genoeg in ons werk? Dat is volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) een vraag die te weinig aandacht krijgt.
Dat kan ik mij heel goed voorstellen. Toen ik nog in loondienst werkte, werd deze vraag mij nooit gesteld. Net zo goed als dat ik deze vraag nimmer aan mijzelf stelde. We droomden wel van ‘Wat we zouden doen met 10 miljoen’. Wat we in ieder geval allemaal deelden was dat we niet jaren wilden buffelen, moe thuiskomen en te weinig energie hebben voor onszelf, partner of het gezin. We wilden betekenisvol en zinvol werk, minder regels en meer autonomie.
“De helft van uitval door ziekte wordt nu veroorzaakt door het werk zelf. Dat kan niet zo doorgaan”, zegt onderzoeker Monique Kremer.
Werknemers en zzp’ers moeten daarom van de adviesraad meer greep krijgen op hun geld, werk en privéleven, zoals het kunnen combineren van werk met zorgtaken. Als de overheid en sociale partners hier niet op inzetten, dreigt de kwaliteit van werk achteruit te gaan.
De WRR voorziet de regering van gevraagd en ongevraagd advies op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Ditmaal hebben onderzoekers in een 300 pagina’s tellend rapport de arbeidsmarkt doorgelicht.
Beter werk is nieuw maatschappelijke opdracht
WWR pleit in haar rapport ‘het betere werk‘ om goed werk voor iedereen vanaf nu te zien als belangrijke maatschappelijke opdracht voor bedrijven, instellingen, sociale partners en de overheid. De nieuwe maatschappelijke opdracht is een advies aan de regering uit naam van de voltallige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
WWR staat voor De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), een onafhankelijk adviesorgaan. De WRR informeert en adviseert de regering over sectoroverstijgende vraagstukken die grote impact hebben op de samenleving. De adviezen zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en gericht op een lange termijn perspectief.
In het rapport ‘Het betere werk’ formuleert de WRR drie condities voor goed werk, die passen bij de wensen vanuit de Nederlandse samenleving en de aard van de economie:
- grip op geld, oftewel een gepast loon met zekerheden;
- grip op het werk, dat wel zeggen autonomie en verbondenheid op het werk;
- grip op het leven, met een goede balans tussen werk en privé.
Deze drie condities zijn onderverdeeld in 9 aanbevelingen om grip op geld, werk en leven te vergroten. Deze 9 aanbevelingen zijn:
Grip op geld
1. Voorkom oneerlijke concurrentie tussen werkenden met verschillende contractvormen.
2. Ontwikkel een stelsel van contractneutrale basisverzekeringen en voorzieningen voor alle burgers, een stelsel dat past bij de nieuwe wereld van werk.
3. Vernieuw het actief arbeidsmarktbeleid, onder andere door meer aandacht voor persoonlijke begeleiding.
4. Geef mensen met een uitkering en weinig kans op de arbeidsmarkt een basisbaan.
Grip op het werk
5. Ontwikkel een programmatische aanpak voor goed werk binnen bedrijven en instellingen.
6. Versterk de positie van werkenden binnen arbeidsorganisaties.
Grip op het leven
7. Schep meer mogelijkheden om mensen de keuze te geven hoeveel uren ze willen werken, onder andere door goede kinderopvang en ouderenzorg te bieden en meer werken makkelijker afdwingbaar te maken.
8. Zorg voor langdurige, collectief betaalde verlofregelingen voor zorg en meer zeggenschap over arbeidstijden.
Goed werk
9. Maak de drie condities van goed werk en de verdeling hiervan over de bevolking tot basis van overheidsbeleid en volg deze in de Monitor Brede Welvaart.
Werk, zaligmakend of ziekmakend?
Werk vormt de spil van de economie en samenleving. Betaald werk zorgt voor inkomen, geeft een gevoel van eigenwaarde en verbindt mensen zegt het rapport. Goed werk is essentieel voor de brede welvaart: voor de kwaliteit van leven van individuen, voor de economie en voor de samenleving als geheel. Goed werk zorgt voor betrokkenheid en haalt het beste bij mensen naar boven. Dat kan bijdragen aan innovaties, wat goed is voor de economie. Goed werk vergroot ook het welzijn en de gezondheid van werkenden, vermindert verzuim, en maakt het mogelijk dat mensen langer doorwerken. Op dit moment wordt bijna de helft van het verzuim veroorzaakt door het werk zelf, en heeft 17 procent van de werkenden burn-outklachten.
“Als werk psychologisch en sociaal zo belangrijk is, kunnen we mensen niet ‘afschepen’ met een uitkering”, staat in het rapport. “Het sluitstuk van de sociale zekerheid zou daarom niet de bijstand maar de basisbaan moeten zijn.”
Onder invloed van technologie, flexibilisering en intensivering dreigen werkenden de greep op hun werk te verliezen en nemen agressie, werkdruk en (baan-)onzekerheid toe. Kwaliteit van werk is belangrijk voor het geluk en de gezondheid van mensen en heeft daarmee ook gevolgen voor het werk, bijvoorbeeld door uitval en ziekte.
Kunnen mensen die ziek zijn niet werken, of worden mensen die niet werken ziek?
Mensen kunnen ziek worden van een gebrek aan werk. Werklozen hebben gemiddeld een slechtere gezondheid en een lagere kwaliteit van leven dan mensen met betaald werk. Dit komt niet alleen doordat minder gezonde mensen vaker werkloos worden, ook het omgekeerde gaat op: werkloosheid schaadt het welbevinden. Dit geldt voor de psychische of mentale gezondheid. De effecten van werk op de lichamelijke gezondheid komen uit onderzoek minder duidelijk naar voren. Mogelijk hebben de negatieve gevolgen van niet-werken te maken met de sociale waardering en de status die betaald werk in onze samenleving krijgt. Hoe centraler de rol van betaalde arbeid in de samenleving, hoe groter de gevolgen als mensen niet kunnen meedoen op de arbeidsmarkt.
Werk kan mensen echter ook ziek maken. Beroepsziekten kunnen zich voordoen tijdens het werkzame leven, én daarna. Bijna de helft van de verzuimdagen van werknemers heeft een aan het werk gerelateerde oorzaak. Het aantal ernstige arbeidsongevallen neemt de laatste jaren toe. Van de totale ziektelast in Nederland is bijna 5 procent toe te schrijven aan ongunstige arbeidsomstandigheden. Hoewel dit minder is dan voor roken (9 procent) of ongezonde voeding (8 procent), is het aandeel niet verwaarloosbaar. Bovendien is het risico groter voor personen met een lage sociaaleconomische status, zegt het rapport.
Autonomie leveren we in
Bijna de helft van de werkenden ervaart een gebrek aan vrijheid op het werk. Dat gebrek aan autonomie zorgt mede voor het hoge aantal mensen met burnoutklachten (17,5 procent). Autonomie is belangrijk voor je geluksgevoel, de mate van vrijheid die je ervaart op je werk. Autonoom kunnen werken draagt bij aan mentale, fysieke, emotionele en spirituele fitheid van de professionals. Regie over je werkzaamheden.
De psycholoog Schwartz zegt dat autonomie over veel meer gaat dan alleen inspraak over beslissingen over je werk.
Waarom werken we?
Waarom werken we?’ Waarom dwingen we onszelf elke ochtend om op te staan. We moeten natuurlijk ons brood verdienen, maar op welke manier? Schwartz zegt hoe komt het dan dat voor de meerderheid van de mensen op de wereld die werken geen kenmerken vertonen dat ze ’s ochtends willen opstaan en naar kantoor gaan? Hoe kunnen we de meerderheid van de mensen op aarde werk laten doen dat eentonig, zinloos en geestdodend is? Het klopt niet, dat er ‘geen goed personeel meer te krijgen is’. Het klopt wel dat je ‘geen goed personeel meer kunt krijgen’ als je mensen werk geeft dat vernederend en zielloos is.
Het is al lang bekend dat vrijheid en autonomie essentieel zijn voor welzijn. Omdat keuze noodzakelijk is voor vrijheid en autonomie, is het een redelijk vermoeden dat het geven van meer keuze aan mensen hen meer vrijheid geeft. Maar recent onderzoek suggereert dat wanneer mensen te veel keuze hebben, zij verlamd raken in plaats van bevrijd. Dus, hoewel keuze noodzakelijk is voor vrijheid, is het dat ook niet voldoende. Te veel opties, in te veel domeinen van het leven, kunnen mensen in passieve ‘pickers’ veranderen in plaats van actieve ‘choosers’. Keuze zonder beperking kan eerder angst dan bevrijding veroorzaken. Onderzoek is nodig om te bepalen met welke beperkingen mensen weer verbinding kunnen maken keuze met vrijheid en autonomie. Ik zou ook voorstellen het gewoon aan de mensen te vragen.
Waarde van werk
In hun waardering van werk lijken Nederlanders grotendeels te voldoen aan wat de theorie over moderne postindustriële samenlevingen voorspelt: de data tonen sinds de jaren ’90 een relatief lage en dalende werkcentraliteit, dit geldt niet alleen voor jongeren, maar voor alle leeftijdscategorieën. Bovendien zijn Nederlandse werkenden gericht op het realiseren van ‘hogere behoeften’, zoals
- sociaal contact,
- erkenning
- zelfrealisatie.
Kijken we in hoeverre mensen verschillen in hun waarden van werk, dan valt een aantal zaken op. Zo lijken de waarden voor werkenden jonger dan 30 jaar niet heel anders te zijn dan die voor werkenden uit andere leeftijdscategorieën; ze hechten bijvoorbeeld niet vaker of minder vaak belang aan maatschappelijk nut, vakantie, loon of zekerheid. Werkenden tussen de 30 en 50 jaar vinden goede werktijden relatief vaak belangrijk, hetgeen mogelijk samenhangt met het combineren van arbeid en zorgtaken. Werkenden van 50 jaar en ouder geven minder vaak aan belang te hechten aan intrinsieke en sociale waarden van werk.
Werk kan beter
Het werk in Nederland kan beter. In Het betere werk doet de wrr daarom negen aanbevelingen om de grip op geld, de grip op het werk en de grip op het leven – de drie condities voor goed werk – voor alle werkenden te vergroten. Bedrijven en instellingen zijn primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van het werk. Maar ook de overheid kan het betere werk helpen realiseren, met wet- en regelgeving, met toezicht, subsidies, in haar aanbestedingen en als werkgever.
Het is duidelijk dat werkgeluk ertoe doet. Organisaties kunnen niet meer om het thema (werk)geluk heen. Een recent overzicht van alle beschikbare literatuur heeft aangetoond dat geluk tal van positieve bijproducten kent. Gelukkige werknemers doen het op veel fronten beter, van de dagelijkse gezondheid tot het sneller herstellen van tegenspoed, betere sociale interacties, sociaal netwerk en goede loopbaanontwikkeling.
Mensen die gelukkig zijn, zijn authentieker, meer betrokken en meer bereid om bij te dragen dan hun functiebeschrijving omschrijft. Gelukkige mensen ervaren meer flow en betekenis. Ze kunnen veerkrachtiger met tegenslagen omgaan en hebben de neiging om het groter geheel te zien. Ze herstellen beter van werkstress en verzoenen gemakkelijker na een conflict. Door een goede relatie met geluk te ontwikkelen, van binnen naar buiten toe, ontdek je wat geluk is, hoe je geluk kunt cultiveren en waarom geluk er echt toe doet.
Geluk is niet de afwezigheid van pijn of lijden (pijn en plezierprincipe). De verlichting die we voelen associëren we met geluk bijvoorbeeld wanneer we ons gestrest voelen en gaan shoppen of eten. Dit zijn oppervlakkige strategieën om bijvoorbeeld stress niet te voelen dan wel dat het een oppervlakkige definitie van geluk is. Dat geluk afgelopen decennia steeds belangrijker wordt heeft mijn inziens alles te maken met het bewustzijn wat veranderd. Bewustzijn brengt ons rechtstreeks naar het centrum van vreugde en geluk door onze eigen keuze. Bewustzijn is de toestand waarin je niet alleen ‘doet wat je voelt’, maar ook ‘voelt wat je doet’ en je ‘het goede wilt doen. De staat waarin je je tegelijkertijd bewust bent van je innerlijke en uiterlijke wereld en begrijpt dat wanneer je bewust denkt en voelt, je een keuze hebt.