De geluksindustrie!

De geluksindustrie is afgelopen jaar 2016 door Paul Witteman in zijn programma ‘Witteman ontdekt het geluk‘ verder uitgediept. Ik had ‘het geluk’ in twee eerdere uitzendingen aanwezig te mogen zijn. De laatste uitzending was een samenvatting van eerdere afleveringen.

In zijn laatste uitzending over geluk maakt Paul Witteman de balans op en gaat in dialoog met zijn tafelgasten. De tafelgasten zijn:

  • Ap Dijksterhuis, hoogleraar psychologie en auteur van het boek ‘Op naar geluk’,
  • Meike Bartels, biologisch psycholoog en hoogleraar genen en geluk aan de Vrije Universiteit van Amsterdam,
  • Martin Appelo, psycholoog en auteur van het boek ‘Leren lijden’,
  • Sanne Bloemink, schrijver van het boek ‘Happy Me: verdwaald in de New Yorkse geluksindustrie’,
  • Trudy DeHue, voormalig hoogleraar wetenschapstheorie en schrijver van het boek ‘De depressie epidemie’.

De geluksindustrie

Voor de aanwezigen gasten was het een uitdaging om Geluk te definiëren. Er was geen unanieme definitie van geluk, wat op zich al opmerkelijk te benoemen is.

Zo maakt Ap Dijksterhuis een vergelijking met het Hedonistisch en Eudaimonisch Geluk. Hij gelooft in een permanente staat van geluk (voldoening). Geluk dat tijdelijk is noemt hij genot (hedonisme). Zo kun je genieten van een heerlijke maaltijd, maar is de maaltijd op, dan is het genot ook weg. De liefde bedrijven staat volgens Ap Dijksterhuis bovenaan in het geluksgevoel. Dat lijkt mij ook onder het hedonistisch geluk vallen? Ap Dijksterhuis gebruikt de Happiness Pie, dat betekent dat 50% van je geluk bepaald wordt door aanleg, 10% door omstandigheden en 40% wordt bepaald door gedachten, gedrag en acties. Dit laatste is maakbaar. Hij geeft aan dat je geen wonderen moet verwachten, maar je wel dingen kunt doen om meer geluk te creëren.

Martin Appelo is geen voorstander van het geluk. Hij geeft aan dat geluk een soort van dodelijke toestand is van tevredenheid. Je moet continu cognitieve dissonantie toepassen om het leven aan te kunnen. Mocht je Martin Appelo een beetje kennen, past zijn visie ook wel bij zijn persoonlijkheid. Hij weet in ieder geval een beetje roering te brengen en legt duidelijke statements neer. Zo zegt hij dat geluk een leeg begrip is geworden en is het zijn stellige overtuiging dat je niet gelukkig kunt worden als je niet eerst leert het ongeluk te omarmen. Als je vreest om te lijden, kun je niet gelukkig worden.

Voor Sanne Bloemink is geluk iets magisch. Geluk kun je niet afdwingen en kan zomaar ineens over je heen komen, zonder dat de omstandigheden daartoe aanleiding geven. Zij heeft veel initiatieven ondernomen om gelukkig te worden als mindfulness, acupunctuur, yoga, meditaties en zelfs een geluksdieet. Ze is toch het inzicht gekomen dat het ‘naar binnen keren’ je juist heel ongelukkig maakt. Er is namelijk geen verbinding met anderen.

Meike Bartels doet erfelijkheidsonderzoek en kan niet op individuele basis zeggen wat prognoses zijn over geluk. Het gaat over groepen en het gaat over verschillen tussen mensen. 40% van de verschillen tussen mensen in geluksgevoel komt door genetische verschillen. 60% komt door omgevingsinvloeden. Dat wil zeggen dat 40% van de verschillen in geluksgevoel verklaard kan worden door genetische verschillen, dit is een ander uitgangspunt dan 40% aanleg (happiness pie). Onderzoek naar erfelijkheid en genen kan je nooit terugkoppelen naar een individu of persoon. Het gaat altijd om verschillen tussen mensen. Er ligt dus voor niemand wat vast bij de geboorte, we kunnen alleen stellen dat mensen verschillende genetische aanleg hebben, dus het zal voor de één moeilijker zijn om gelukkig te zijn dan voor de ander.

Ze geeft tevens aan veel genetisch bepaald is. Zo heeft eenzaamheid een genetisch component, maar spelen omgevingsinvloeden ook een rol. Ook het in stand houden van een langdurige relatie heeft een sterk genetisch component. Het is dus allemaal een samenspel tussen genetische aanleg en omgevingsinvloeden.

Trudy DeHue zegt dat je op zoek moet gaan naar je eigen definitie en je niet teveel moet laten aanpraten door de geluksgoeroes die zeggen ‘hoe het moet’. Er is namelijk geen ‘het’ voor alle individuen. Zij heeft het liefst een samenleving die je met rust laat. Zij geeft aan dat we ons massaal gelukkig noemen, maar paradoxaal genoeg ook velen depressief zijn. Moet je de vragenlijsten serieuzer nemen of serieus nemen wat mensen doen.  Zij oppert dat je de mensen serieuzer moet nemen. Hoe serieus zijn de vragenlijsten?

Kunnen mensen zichzelf veranderen?

Paul Witteman stelt aan zijn  gasten de vraag of de mens in staat is om zichzelf te veranderen. Ap Dijksterhuis is hiervan overtuigd.

Martin Apello denkt hier anders over. Hij vindt dat de mens een buitengewoon amoebisch gehalte heeft, ofwel een diertje zonder ruggengraat, eencellig en zonder enige discipline. Hij zegt dat één op de tien/vijftien mensen in staat is zijn leven duurzaam te veranderen. Één op de vier valt binnen een week terug, de andere 60% valt binnen een jaar terug. Dit wordt veroorzaakt doordat we onze gewoonten in het onderste deel van ons brein, het reptielenbrein, opslaan. Met onze neocortex, of zoals Martin het aangeeft: ‘de babbelbox’, ons hoogst geëvolueerde deel vertellen we onszelf dat we het anders willen, maar er hoeft maar iets te gebeuren en we vallen weer terug in oude gewoonten. De mensheid is nauwelijks in staat te veranderen, aldus Martin.

Ap Dijksterhuis geeft aan dat mensen wel hun gedrag kunnen veranderen. Er zijn namelijk heel veel dingen die mensen wel kunnen veranderen. Zo geeft Ap aan dat er steeds meer mensen zijn gaan mediteren omdat ze graag wat willen veranderen.

Martin geeft aan dat er in Nederland 800 mindfulness trainers zijn onderzocht die propageren aan anderen om een half uur per dag te mediteren, terwijl de mindfulness trainers zelf hooguit 5 minuten per dag mediteren. Dit doet me denken aan een kok die de heerlijkste gerechten kan maken, maar thuis niet kookt. Het zegt niets over het effect van de deelnemers.

Meike Bartels legt uit dat als je mensen opdraagt elke dag een uur te sporten, dan inderdaad 80% af na een week afvalt. Als je echter met mensen bespreekt en uitlegt dat het goed is om te bewegen, wil je dat buiten of binnen doen? 1 of 2 x per week? Dan zijn mensen beter in staat om het gedrag te veranderen. Ze geeft aan dat de één beter trainbaar is dan de ander, maar daarom niet onmogelijk.

Volgens onderzoek blijkt werken aan geluk wel degelijk te werken. Psycholoog Marijke Schotanus-Dijkstra beaamt dat.  Persoonlijke begeleiding blijkt effectief. 34 procent van de deelnemers floreerde zelfs na het lezen van een ‘geluksboek’ met persoonlijke begeleiding.  Ze zijn gelukkiger, productiever en geestelijk gezonder.

Wel of niet werken aan geluk?

Martin vindt dat je moet leren streven naar leren lijden en in de ontspanning die dat oplevert kun je gelukkiger worden.

Meike Bartels geeft aan dat het nog een jong onderzoeksgebied is en we een gebrek aan kennis hebben. Er worden allerlei conclusies getrokken die nog onvoldoende zijn onderzocht.

Ab Dijksterhuis vindt dat je best aan je geluk mag werken, het streven naar geluk is iets typisch menselijk en bestaat al eeuwen. Ook op zoek gaan naar collectief geluk is een mogelijkheid.

Mijn visie

De geluksindustrie bestaat al eeuwen in die zin dat mensen al eeuwen op zoek zijn naar het antwoord op de vraag: ‘Wat is geluk?’ en ‘Hoe geef ik daar vorm aan?’. Het verlangen naar geluk is, volgens onderzoek, universeel menselijk. Dat het in de huidige tijd meer zichtbaar is, betekent niet dat we er al eeuwen naar zoeken. Aan de andere kant zijn we al eeuwen bezig om ziekten te beheersen, waarom zouden we dan niet meer van geluk mogen weten?

Geluk is een containerbegrip (net als succes)  een ieder geeft zijn of haar eigen betekenis en invulling aan geluk. Een definitie van geluk is daarom niet eenvoudig. Het zou fantastisch zijn om met een groep wetenschappers en niet wetenschappers een werkdefinitie van geluk te bepalen.

Het magische aan geluk is dat geluk afhankelijk is van je bewustzijnsniveau. Ons bewustzijnsniveau is bepalend voor hoe we de wereld zien, hoe we met onszelf omgaan, maar ook met elkaar. In de dialoog tussen de gastsprekers was zichtbaar vanuit welk bewustzijnsniveau het geluk werd omschreven.  Want elk bewustzijnsniveau correleert met specifieke emoties, overtuigingen, attitudes en wereldbeelden. Zo ziet Martin Apello vanuit zijn wereldbeeld geluk anders dan een Meike Bartels.

Gelukkig zijn is een staat van bewustzijn, net zo goed als angst of woede een bewustzijnsstaat is. De beste manier om te ontdekken wat je bewustzijnsniveau is, is om te onderzoeken hoe jij reageert als je onder druk staat. Trek jij jezelf terug (apathie), word je boos (woede), wil je gelijk hebben (trots) of ben je in staat om onder druk goed te kunnen luisteren naar de ander en emotioneel betrokken te blijven (hoger bewustzijn). Nu denken we weliswaar dat we hoog geëvolueerde wezens zijn, maar het tegendeel is waar. We draaien voornamelijk een onbewust programma af dat we ooit geleerd hebben.

We zijn bang voor de dood, bang dat we geen geschikte partner kunnen vinden, dat we onze baan verliezen, dat we niet goed genoeg zijn enzovoort. Er is veel boosheid en onrecht in de wereld waar we mee geconfronteerd worden. We moeten fysiek aantrekkelijk zijn, intelligent en materiële status hebben. We worden voornamelijk linkerhersenhelft geprogrammeerd met kennis, taal en woorden. Er spelen dus veel krachten in ons leven mee die de nodige emoties veroorzaken. Dit houdt ons in een lager bewustzijn als we hier niet bewust mee omgaan of emotioneel intelligent mee omgaan.

Hoe hoger je bewustzijn is, hoe minder je op zoek gaat naar geluk. Als je gelukkig bent, hoe minder je het zoekt. Je bent het en je leven is onderdeel van het groter geheel (denk aan Gandhi, Martin Luther King, Mandela, Boeddha). Hoe lager je bewustzijn is, hoe meer je geluk najaagt omdat je wat mist. Dus geluk is afhankelijk van je bewustzijnsstaat, het leven is een perfecte weergave van hoe je nu in het leven staat.

Natuurlijk zijn wij mensen in staat om te veranderen en nieuwe (geluk) gewoonten aan te leren (neuroplasticiteit). Als we hier niet toe in staat zouden zijn, konden rokers nooit stoppen met roken of ongezonde mensen nimmer gezonder met zichzelf omgaan. Zo zijn we ook in staat om te werken aan ons geluksbewustzijn. Is het gemakkelijk? Voor de één wel, voor de ander niet. Hierin speelt zeker ons bewustzijn een rol.

De kunst van het leven is je bewustzijn verhogen, niet alleen, maar met elkaar als collectief. Bewustzijn: ‘Het nieuwe kapitaal’. En misschien is dat wel een levensreis, maar geen onmogelijke reis.

Je kunt de video van Witteman ontdekt het Geluk hier bekijken.

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren